Door een fout in de verdeling van geld uit het Provinciefonds lopen Noord-Holland en Zuid-Holland miljoenen euro's mis. De effecten van het huidige verdeelmodel lopen op tot een tekort van ruim 75 miljoen voor Noord-Holland en bijna 100 miljoen voor Zuid-Holland.
De provincies vinden de financiële gevolgen van deze weeffout onacceptabel hoog en luiden de noodklok. Ze willen dat het Rijk, als beheerder van het fonds, de fouten zo snel mogelijk repareert.
De provincies zijn in belangrijke mate voor hun inkomsten afhankelijk van het provinciefonds. Een verdeelmodel bepaalt de hoogte van de uitkering. Bij de introductie van het huidige model in 2016 zijn twee fouten gemaakt. Er is een scheve verdeling ontstaan over de verwerking van de kosten van de jeugdzorg en de kosten van het openbaar vervoer in Noord-Holland en Zuid-Holland. Beide provincies ontvangen daardoor een kleiner deel uit het fonds dan waar zij denken recht op hebben.
Tekst gaat door onder foto.
Foto: Provincie Zuid-Holland.
Geen oplossing
De Zuid-Hollandse gedeputeerde Mariëtte van Leeuwen (foto hierboven) zegt hierover: “In 2017 heeft de Raad voor het Openbaar Bestuur geadviseerd de verdeling aan te passen. Zowel Noord-Holland als Zuid-Holland hebben vanaf de start erop vertrouwd dat beide weeffouten zouden worden gerepareerd. Alle goede pogingen van provincies en het ministerie van Binnenlandse Zaken om er samen uit te komen ten spijt is er nog geen zicht op een oplossing. Deze vertraging leidt in Noord- en Zuid-Holland tot respectievelijk 31 en 36 miljoen euro aan gederfde inkomsten voor alleen al de jaren 2023 en 2024. Onacceptabel vinden wij. Dit probleem moet nu worden opgelost. Het neemt niet weg dat wij samen met andere provincies optrekken om tot een nieuw verdeelmodel te komen.”
De provincies hebben in een brief aan minister Hugo de Jonge laten weten dat zij willen dat het Rijk de verdelingsfouten in het fonds voor hen repareert zolang er geen nieuw verdeelmodel is. Zij willen graag zo snel mogelijk een gesprek met hem hierover.